Het valt niet te ontkennen dat Napoleon door zijn oorlogen veel ellende teweeg bracht in Europa. Hij bracht in het gebied langs de Maas, waaruit later de provincie Limburg geformeerd zou worden, toch eindelijk een beetje rust, orde en regelmaat. Het einde aan de steeds weer terugkerende oorlogen, willekeur en rechteloosheid die 800 jaar lang de streek met grote regelmaat had geteisterd, kwam in zicht. Voor het eerst sedert de Middeleeuwen gingen de grote oorlogen aan onze streken voorbij. De oorlogen van Napoleon werden elders in Europa, ver buiten de gebieden van Maas en Rijn uitgevochten. Er werd een goedgeordend burgerlijk bestuur opgezet, dat langzaamaan tot ontwikkeling kwam.
De Schulpen's worden Limburger en Nederlander.De inlijving bij Frankrijk duurde echter niet lang. Na zijn eerste nederlaag in 1814 bij Waterloo en zijn verbanning naar Elba, ontsnapte hij en trok weer ten strijde. In 1815, na de verloren slag bij Leipzig, was zijn heerschappij definitief afgelopen. Hij werd gevangen genomen en verbannen. De Fransen verlieten de veroverde Europese gebieden en keerden naar Frankrijk terug. Op 12 mei 1815 verlieten de laatste Fransen de vestingstad Maastricht, waardoor een einde kwam aan de Franse overheersing.
Op dit punt aangekomen, dus na de Franse tijd, begint zich in de Maasstreek iets af te tekenen wat uiteindelijk tot het ontstaan van de provincie Limburg zou leiden. Na de val van Napoleon werden de noordelijke- en de zuidelijke Nederlanden samengevoegd tot één koninkrijk, het verenigde Koninkrijk der Nederlanden. De vóór de Franse tijd, reeds eeuwenlang onafhankelijk functionerende protestantse bovenmoerdijkse gebieden, werden samengevoegd met het overwegend katholieke zuiden, inclusief het eeuwenlang door oorlogen en rampspoed geteisterde Maasland. De scheiding tussen Noord en Zuid, die sinds de vrede van Munster in 1648 een feit was, werd weer ongedaan gemaakt. Het voormalige Franse departement van de Nedermaas werd met gedeelten van het departement van de Roer samengevoegd tot de ongedeelde provincie Limburg, officieel hertogdom Limburg. Het gebied tussen Susteren en Urmond, de eeuwenoude westelijk punt van Gülick, werd bij Limburg gevoegd, evenals de Gülickse gebieden bij Melick- Herkenbosch en Tegelen. De rest van Gülick werd een onderdeel van Pruisen. Het koninkrijk Pruisen werd op een afstand van "minimaal het bereik van een kanonskogel" van de Maas vandaan gehouden. De bewoners aan weerszijde van de Maas, sinds eeuwen door familiebanden, volksaard cultuur en religie verbonden, werden voor het eerst in de geschiedenis samengebracht binnen één eigen staatkundig gebied, dat deel ging uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden. Dat gaf over het algemeen toch wel een goed gevoel. De bewoners van het Maasland, voortaan Limburgers geheten, waren eeuwenlang een volk zonder vaderland geweest. Daarin was nu verandering gekomen. Het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit het tegenwoordige Nederland , België en Luxemburg, werd onder het gezag van Koning Willem l gesteld. Limburg, het ongedeelde Limburg leek hem om een of andere reden na aan het hart te liggen. Hij zorgde er zelfs persoonlijk voor dat de naam "hertogdom Limburg" weer op de kaart verscheen, ter vervanging van het vroegere hertogdom Limburg dat ten oosten van Luik lag. Misschien klonk het erg sjiek als hij naast zijn koningstitel ook nog de titel van "hertog van Limburg" kon voeren.
Noord en Zuid gaan hun eigen weg.Maar nog was alle trammelant niet voorbij. Vijftien jaar later, in 1830 scheidde het zuidelijk gedeelte van het koninkrijk zich af, en ging z'n eigen weg onder de naam Koninkrijk België. De Zuidnederlanders, de Belgen, konden niet wennen aan de anders geaarde Hollanders. Het ging niet meer. De noorderlingen hadden de wereldzeeën bevaren en hadden zich ontwikkeld tot harde kooplieden en handelaren. Maar hun land was na de gouden eeuw langzaamaan in verval geraakt. De periode van wereldwijde zeemacht was ten tijde van de samenvoeging met het zuiden, definitief voorbij. Het Noorden bracht in 1815 een staatsschuld mee van 1250 miljoen gulden, terwijl het zuiden slechts 25 miljoen staatsschuld had.
De zuiderlingen hadden zich meer naar het Europese vasteland gekeerd en zich toegelegd op nijverheid en industrie, zoals de mijnbouw in het huidige Wallonië. Het was een grote vergissing geweest om de Noordelijke- en de Zuidelijke Nederlanden na de val van Napoleon samen te voegen.
Daar kwam nog bij dat de op Hollandse en protestantse leest geschoeide regering onder Willem l het katholieke zuiden trachtte te "verhollandsen" door het uitvaardigen van de beruchte taalwetten.
Koning Willem had gesjoemeld met de negatieve uitslag in het zuiden op zijn wetsvoorstel om het Nederlands (Hollands zei men in het Zuiden) als landstaal in te voeren, en de 2e landstaal, het Frans, af te schaffen. Dat viel niet in goede aarde bij grote groepen bewoners. Hij had bovendien Amsterdam, in het nog geen 2 miljoen inwoners tellende Noord-Nederland tot hoofdstad van het